Kinderen leren een aantal dingen heel snel. Ze leren welke ouder meer toegeeflijk is en hoe (en wanneer) ze het beste kunnen vragen om iets, maar ook hoe ze ouders tegen elkaar kunnen uitspelen. Natuurlijk kan je dat laten gebeuren, maar meestal wil je samen eenzelfde lijn trekken als het om opvoeding gaat. Hoe doe je dat in de praktijk?
Als ouders goed samenwerken en er rust is in de relatie tussen ouders, dan is dat goed voor de ouders, maar ook voor het kind. Kinderen zien graag dat hun ouders veilig zijn en dat het goed met hen gaat, dan voelen ze zich ook zelf beter.
Kinderen hebben natuurlijk ook een eigen belang. Ze willen van alles en hebben (in elk geval als jonger kind) daarvoor vaak de toestemming nodig van tenminste een van de ouders.
In de praktijk is een van de ouders meestal wat strenger dan de andere. Als ouder wil je voorkomen dat het kind de nee van een van ouders negeert, om vervolgens de toestemming bij de ander te gaan halen.
Natuurlijk weerhoud dat je kind niet om te blijven proberen, want het wil wat het wil en heeft daarin minder grenzen als jij. Misschien wil je dat ook voor je kind, dat het zich vrij voelt om achter doelen aan te gaan.
De strenge ouder zegt gelijk “Nee, we gaan zo eten”. De minder strenge ouder gaat in gesprek: “Je weet dat we zo gaan eten en dat het niet mag. Straks lust je geen eten meer”. Je kind weet dat met de minder strenge ouder te onderhandelen is en zal dat niet nalaten. Een “Ja maar…” is het eerstvolgende dat er komt.
Als ouder verschil je van elkaar, maar is het wel zo erg dat je verschillend denkt? Wat is wijsheid, hier? Als het belangrijk is om op één lijn te zitten als ouder, hoe doe je dat dan?
Het beste voor je kind
Iedere ouder wil het beste voor zijn/haar kind en doet daar zijn/haar uiterste best voor. Liefde alleen is echter niet genoeg.
Kinderen hebben betrouwbaarheid en voorspelbaarheid nodig, helemaal als ze jong zijn. Voor jou als ouder betekent het dat je beter consequent kan zijn naar je kind. De kans dat je geconfronteerd wordt met iets waarin je niet consequent bent is anders groot.
Als je kind een broodje hagelslag mag eten na het broodje “gezond”, laat die regel dan zo en verander de hem niet dagelijks. Je kind mag best leren dat er regels zijn en dat niet alle regels voor hem of haar zullen wijken.
Nu ben je als ouder ook gewoon een mens en soms kan het zijn dat je nog pijn draagt van je eigen opvoeding. Misschien miste je zelf een vader, of moeder, of waren er pijnlijke momenten in je verleden waar je nog niet helemaal voorbij bent. Dan kan het zijn dat je veel opzij zet in een poging om je kind aan niets te laten ontbreken.
Dat lijkt heel mooi voor het kind. Ouders die nog iets op te lossen hebben, doen misschien veel meer hun best om alle liefde van de wereld aan hun kinderen te geven. Het kind hoeft maar te kikken, of de ouders staan klaar. Wat kan je als kind meer willen dan dat?
Deze ouders willen misschien warmer en stabieler zijn dan hun eigen ouders waren. Ze houden hun kind goed in de gaten om het alles te geven wat ze zelf niet kregen. Als de eigen ouders streng waren, dan krijgen de kinderen misschien erg veel vrijheid en mogen zichzelf vrijuit ontdekken en ontwikkelen zoals zij dat willen.
Voor kinderen is dat soms fijn, maar het kan ook erg onduidelijk zijn voor het kind. De aandacht van de ouder kan ook teveel worden en het kind heeft misschien ook zelf behoefte aan grenzen en leiding van een ouder.
Als het kind geen leiding krijgt van de ouders en het is nog niet echt in staat om zelf alles goed te overzien, dan is dat ook niet altijd een goed iets. Het kind mist nog de ervaring daarvoor. Waar zijn de grenzen? Zijn ze duidelijk voor het kind?
Kinderen hebben iemand nodig om te volgen, maar ook iets om tegen af te zetten. Teveel vrijheid is niet beter dan helemaal geen vrijheid. Eigenlijk geldt dat voor zowel kinderen als volwassen mensen. Bij volwassenen noemen we dat keuzestress.
Er is nog een gevaar, want het kind kan aanvoelen dat de ouders iets missen (of een pijn dragen). Kinderen zijn dan geneigd om hun ouders te ontlasten en proberen die pijn voor hen te dragen of op te lossen. Een dergelijk kind gaat misschien erg zijn best doen voor de ouders en daarin wordt het onduidelijk wie nu eigenlijk de ouder is en wie het kind.
Kijk als ouders dus eens bij jezelf naar binnen. Waarom voed je jouw kind op, zoals je dat nu doet? Wat ligt daaraan ten grondslag? Wat heb je gemist als kind en hoe breng je dat in de opvoeding en verzorging van je eigen kind? Het is belangrijk dat je dat weet en oplost.
Heb je echt oog voor de belangen van je kind? Wat zijn die belangen eigenlijk? Wat is het verschil tussen het belang voor je kind en wat het kind wil voor zichzelf? Je kind kan als belang hebben om gezond te blijven, maar het wil misschien veel snoep en vet voedsel.
Hoe begeleid je jouw kind naar volwassenheid, zodat het straks op eigen benen kan staan en een goed leven hebben? Is alles geven en vrij laten een goede keuze? Is veel regels een betere keuze? Is de oplossing ergens in het midden? Waar dan?
We hebben gelukkig niet allemaal dezelfde opvoeding gehad en kunnen dus ook van elkaar leren. We hadden allemaal voorbeelden van mensen die net zo imperfect waren dan wijzelf, maar die ook veel goed deden.
Als je (als ouders) samen kunt ontdekken welk van die ervaringen je wilt doorgeven en hoe je jullie ouderschap invult, dan kunnen de verschillen ook een waardevol zijn. Waarschijnlijk heb je allebei iets goeds te bieden en iets waar je kind echt iets aan kan hebben.
Door op onderzoek te gaan, wat voor jou goed voelde in je jeugd en wat juist niet, krijg je inzicht in hoe je nu je eigen kind opvoedt.
Samen op een lijn komen
Jullie zijn nu de vader en moeder van een kind en je hebt allebei je eigen achtergrond. Het is volkomen logisch dat je als opvoeder een andere benadering hebt en verschillend naar onderwerpen en situaties kijkt.
Om goed samen te werken als ouder heb je dan eerst communicatie nodig. Je kan dus wat tijd nemen om samen een aantal basisregels af te spreken. Dingen als eten, bedtijd, of tv kijken zijn goede onderwerpen om het samen over eens te zijn. Dat geeft regelmaat voor het kind.
Maar er kunnen ook onderwerpen zijn waarin verschillend kiezen ook mogelijk is. Een kind begrijpt best dat bijvoorbeeld mama geen rommel wil en dus geen toestemming geeft voor een tent maken in de kamer en dat het van papa misschien wel mag.
Als mama er dan niet is, of er verder geen last van heeft, dan kan papa toestemming geven voor zo’n avontuur zonder dat er iets verstoord hoeft te raken. Je kan daar samen uitkomen.
Het is belangrijk om te bedenken dat de opvoeding van de ene ouder, niet beter is dan dat van de andere. Het kan verschillend zijn, maar dat is vooral omdat we verschillende mensen zijn met ander voorkeuren en een andere achtergrond. We hebben verschillende voorbeelden en ervaringen gehad in ons leven, maar het is geen kwestie van goed of fout.
Kinderen kunnen in veel omstandigheden opgroeien tot een volwaardige volwassene. Verwar voorkeur dus niet te snel met “goed”, of “de enige goede manier”. Er zijn altijd ook andere mogelijkheden die kunnen werken. Desnoods kan je hulp vragen om iemand mee te laten kijken en er samen uit te komen.
Het is goed om als ouders geen conflicten uit te spelen waar je kind bij is. Neem daar apart een rustig moment voor en bespreek dan de opvoeding van je kind. Ga in gesprek over wat je aan je kind door wilt geven en waarom je dat belangrijk vindt.
Geef elkaar ook ruimte om die verschillen te hebben en maak afspraken waar je dat belangrijk vindt. Verschillen zullen er altijd zijn, maar als ouder zoek je daarin je weg. Probeer de voordelen van elkaars manieren te ontdekken, en bespreek waar de ruimte zit. Je moet er samen uitkomen.
Je kind zal best kunnen omgaan met verschillen tussen papa en mama. Het zal snel genoeg leren welke regels bij wie gelden en naar de ouder gaan die het meest gunstige antwoord geeft.
De regels bij opa en oma zullen ook weer anders zijn. Vaak zullen die wat meer ruimte geven aan je kind en een prettige relatie willen opbouwen. Als bij opa en oma andere regels gelden zal je kind zich daaraan aanpassen. Het is slechts belangrijk dat het voorspelbaar is. Als iets thuis niet mag en bij opa en oma wel, of omgekeerd, dan leert je kind dat wel.
Het kan goed zijn om je kind te leren om naar de ouder te gaan waar het een conflict mee heeft. Dan leert je kind om niet te gaan “shoppen” van de ene naar de andere ouder en zit je als ouders toch op 1 lijn. Op die manier kan iedereen op zijn eigen manier opvoeden en hoef je jezelf niet te verliezen.
Maar natuurlijk moet je ook als ouders alert blijven en dan is het ook goed om eerst te vragen welk antwoord het al kreeg van de andere ouder. Je kind moet ook leren onderhandelen, dus als het dat doet dan is dat een mooi leermoment. Geef je kind de ruimte om ook dit te leren.
Hoe je het ook doet: zorg dat je als ouders samenwerkt en afspraken maakt over de belangrijkste regels in jullie ouderschap. Als jullie het met elkaar eens zijn, dan is dat rustiger voor je kind. Respecteer elkaar daarin en wees bereid steeds opnieuw die samenwerking te versterken en de afspraken bij te stellen waar dat nodig is.
De realiteit is dat jullie kind zich zal ontwikkelen en andere behoeften en omstandigheden krijgt naarmate het ouder wordt. Daarmee veranderen ook de omstandigheden voor jullie als ouders en zullen de regels aangepast mogen worden voor deze nieuwe omstandigheden. Je zult daardoor steeds met elkaar moeten overleggen en de nieuwe spelregels gezamenlijk maken.
Geef een antwoord