Ieder mens wordt wel eens boos. Ook jouw kind wordt boos. Kinderen raken gefrustreerd, net als wij, willen van alles, net als wij, en ze zijn nog aan het leren hoe ze daarmee omgaan. Het ene kind ontploft, het andere kind haalt zijn schouders op, een volgend kind huilt. Elk kind reageert op zijn eigen manier. De vraag voor veel ouders is daarin: Hoe help ik mijn kind beter omgaan met frustraties en boosheid? Hoe help ik mijn kind floreren? Het is een goede vraag om te beantwoorden.
Waar is boosheid goed voor?
Boosheid is een hele nuttige menselijke eigenschap. Het vertelt ons dat we iets willen veranderen, het helpt ons energie verzamelen om tot actie te komen, het motiveert ons om de aanleiding van onze boosheid op te lossen en het helpt om onze ruimte af te bakenen en weerbaar te zijn. Soms is boosheid slechts een manier om contact met maken en over onze angst heen te stappen.
Maar voor onze omgeving is boosheid niet zo fijn en gemakkelijk en ook wijzelf zijn niet op ons best als we boos zijn. Teveel boosheid maakt ons onmogelijk om mee te leven, terwijl te weinig boosheid ons onzichtbaar maakt en zorgt dat we al onze ruimte kunnen verliezen.
Dus hoe help je je kind om balans te vinden in deze boosheid, en wat zet je er tegenover? Maar ook: Wanneer moet je ingrijpen als ouder en hoe doe je dat? Soms zit er een hulpvraag verpakt in boosheid en het is mogelijk dat je kind ook moeite heeft om zich te uiten.
Boosheid is een kracht en hoe je ermee omgaat maakt het een destructieve kracht of een kracht die een wereld voor je kan openen. Het gaat dus om het leren reguleren van boosheid.
Laten we eens kijken naar wat situaties waarin je kind boos kan worden. Het helpt als jijzelf al goed weet om te gaan met boosheid, want dan heb je in elk geval al wat ervaring om te delen.
Hoe stimuleer je zelfvertrouwen in je kind?
Probeer mijn zelfvertrouwen- en krachtworkshops eens.
Ze zijn leuk en leerzaam.
Wie heeft gelijk?
Als anderen iets zeggen wat in de ogen van je kind niet waar is, dan kunnen ze daar gefrustreerd over raken en boos worden. Dan kunnen ze daar ruzie over maken, helemaal als het voor je kind over iets belangrijks gaat.
Voorbeeld: Sinterklaas bestaat!
Neem het voorbeeld van Sinterklaas. “Hij bestaat echt niet hoor“, zegt Jasper tegen zijn kleine zusje. “Sinterklaas is al lang dood.“
“Niet waar“, schreeuwt Janneke terug, “Ik zie hem toch? Hij is op televisie en ik zag hem in de stad. Hij bestaat écht wel!“.
Ieder kind reageert op zijn eigen unieke manier. Bij deze vorm van boosheid kun je je kind leren dat iedereen een eigen mening mag hebben en dat je niet per se gelijk hoeft te hebben. De waarheid kan ook ergens in het midden liggen en dat is vaak ook zo.
Een uitleg zou kunnen zijn: Sinterklaas heeft echt bestaan en hij wordt nu herdacht als een goedheiligman. Zijn hulp-sinten brengen cadeautjes en lekkers naar de kinderen in het hele land. Kinderen begrijpen fantasie en spel best, dus het kan helemaal goed zijn als het dat blijkt te zijn.
En natuurlijk mag Jasper zijn jongere zusje ook wat extra tijd met de fantasie geven. Hij kan gelijk hebben, maar zijn zusje is misschien nog zo jong dat het leuk is om haar nog even deze fantasie te laten hebben. Wat maakte dat Jasper dit deed? Was er iets dat hem frustreerde?
Zo kunnen kinderen leren dat niet iedereen gelijk hoeft te denken over een bepaalde situatie en dat ze respect mogen hebben voor de mening van iemand anders.
Boos worden kan iedereen,
Aristoteles
maar boos worden op de juiste persoon,
in de juiste mate,
op het juiste moment
en om de juiste reden
is maar weinigen gegeven
Ik ben de baas
Kinderen kunnen soms opeens boos worden omdat ze tegengestelde belangen hebben. Dat merk je bij jonge kinderen in hun samen spelen. Het ene moment spelen ze leuk samen en opeens is er een moment waarop ze luid in conflict gaan.
“Nee, ik ben toch de dokter en jij bent ziek”, waarop het antwoord is: “Neeheee. Ik ben nu de dokter en jij bent ziek”.
Belangrijk is, om op dat soort momenten niet meteen in te grijpen. Als je het wat ruimte en tijd geeft zal je merken dat ze het onderling ook even snel weer kunnen oplossen.
Geef ze dus wat ruimte om dat te leren, om te leren onderhandelen en samenwerken. Dat zullen ze nog vaak nodig gaan krijgen. Kinderen zijn creatief genoeg.
Wijze les: kinderen lossen dit vaak zelf goed op.
Als je toekijkt naar hoe het voorgaande verder gaat, dan zal je zien dat je kinderen het vaak onderling oplossen. Ze betrekken er een derde bij, die dan ziek is, of ze pakken beide een pop die dan als patiënt fungeert.
Vaak zijn we geneigd om in te grijpen en oplossingen aan te dragen. Probeer maar eens of ze zelf een oplossing kunnen bedenken. Wees terughoudend met zelf ingrijpen en het overnemen. Je zult versteld staan van hun creativiteit.
Kinderen leren zo om te onderhandelen en om voor hun belangen op te komen. Ze leren creatief denken en rekening houden met de wensen van een ander.
Boos over onrecht
Het lijkt niet eerlijk. Het ene kind zit altijd voor straf op de gang, terwijl het andere kind wel een potje kan breken bij de juf. Er wordt je als kind onrecht aangedaan.
Ze leren al snel dat sommige kinderen worden voorgetrokken, terwijl anderen worden achtergesteld. Dat onrecht kunnen ze niet plaatsen en het kan ze boos, gefrustreerd en zelfs woest maken.
Maar ook pesten kan dergelijke gevoelens brengen. Bijvoorbeeld als je als oudere broer merkt dat je jongere broer op het schoolplein wordt gepest. Daar kun je flink woest van worden.
Het kan lastig zijn om met onrechtvaardig gedrag om te gaan, of het nu jezelf of onrecht naar een ander betreft. Het is moeilijk om dan rustig te blijven.
Natuurlijk kun je in de bres springen voor je broertje (of kind), wat misschien helpt zolang je in de buurt bent, maar uiteindelijk moet je broertje zelf leren om voor zichzelf op te komen. Kan je hem daarbij helpen?
Als ouders kun je helpen door je kind bijvoorbeeld naar een weerbaarheidstraining te laten gaan, of bijvoorbeeld rots en water oefeningen aan te bieden (die kan ik je gerust leren). Misschien mag je kind nog groeien in zelfvertrouwen en andere levensvaardigheden en heeft daarin nog wat nodig.
Of je kunt je kind veiligheid en steun bieden, door het op te vangen als er iets is gebeurt en te praten over wat hij of zij nodig heeft op zo’n moment en wat goede reacties zijn. Het helpt als jijzelf dat ook al hebt geleerd en goed kan afstemmen op de situatie van je kind.
Dit soort situaties zijn ook niet altijd zoals ze lijken en het is mogelijk dat je kind het anders waarneemt als jij en het zelf weet op te lossen. Soms lijkt iets een conflict maar is het slechts een vorm van spel, of een onhandige vraag om vriendjes te worden. Hou ook die mogelijkheid open.
Boos over teleurstellingen
Stel je eens voor: Je hebt je als kind al weken verheugd op een dagje uit en nu is het dan zover. Eindelijk is het vakantie en morgen gaan jullie een dagje naar het pretpark.
De volgende dag blijkt één gezinslid ziek: hoesten, keelpijn, koorts. Je krijgt te horen dat het dagje uit niet doorgaat. Waar je je zo lang op verheugd hebt wordt zomaar afgezegd en je kon er niets aan doen, hebt geen inspraak gehad. Jij wil nog steeds gaan, maar jouw stem wordt niet gehoord.
Je weet als ouder dat het niet anders kon, maar je kind heeft een flinke tegenvaller te verwerken. Hij of zij is misschien overstuur en komt er niet meer uit.
Wat kun je als ouder doen om je kind te helpen omgaan met deze teleurstelling?
Blijf vooral zelf rustig. Leg uit dat het voor iedereen een teleurstelling is. Dat het dagje uit niet doorgaat, betekent niet dat er er nooit meer een dagje uit komt, alleen dat het nu uitgesteld wordt.
Maak als je kind wat kalmeert nieuwe plannen met je kind. Leer je kind hoe het kan schakelen tussen teleurstelling en nieuwe uitdagingen, of pleziertjes.
Dit dagje uit gaat over, Erg jammer! Maar wat kunnen jullie wel doen vandaag? Wie heeft er een idee! Je had je kind een leuke dag beloofd en misschien kan het dat nog steeds zijn. Wees zelf ook creatief. Wees een positieve leider.
Hou vooral je goede humeur vast en blijf vriendelijk.
De boze dwingeland
Het gevaar van dwingend gedrag is dat het een vorm van boosheid ontwikkelt dat snel een gewoonte kan worden. Als het kinderen eenmaal lukt om door boos gedrag te vertonen hun zin te krijgen, dan zullen ze deze vorm graag weer inzetten bij het volgende wat ze willen. Het werkt, dus herhalen ze het. Het is misschien niet wat je wilt overdragen, maar het is wat je kind dan leert.
Als kinderen door te schreeuwen en te tieren hun doel bereiken, heeft dat flinke nadelen in de rest van hun leven. Het kan werken als kind bij ouders, maar hoe krijg je vriendjes en vriendinnetjes met dergelijk gedrag?
Wat voor leider of collega wordt je later? Wat voor respect zal je krijgen als dit je gewoonte wordt? De wereld heeft geen respect voor dit soort kindgedrag en als je succesvol bent zal je je omgeving terroriseren en waarschijnlijk jezelf isoleren. Dit is geen recept voor geluk.
Ook kinderen onderling hebben geen respect voor deze manier van je zin doordrijven.
Hoe help je als ouder de boze dwingeland?
Leer je kind een betere manier om te onderhandelen en help het om frustraties beter te kunnen dragen. Dat zal je kind nog vaak nodig hebben wil het slagen, want niet elke omgeving zal springen als je kind explodeert. Sommige omgevingen zullen je kind gewoon wegsturen en buitensluiten. Dat is niet wat je wilt bereiken voor je kind.
Heeft je kind ook andere manieren om te onderhandelen? Weet het gevoelens in woorden te uiten? Heeft je kind al geleerd naar een resultaat toe te werken en een plan te maken?
Is je kind qua emoties misschien een driftkikker die van het ene op het andere moment van rustig naar heel boos kan springen? Driftkikkers zijn vaak al te herkennen als ze nog baby zijn. Kan je je kind helpen om minder te springen en rustiger te blijven? Dat is niet gemakkelijk voor je kind, maar het is belangrijk om te leren.
Praat met je kind en luister naar wat er in je kind omgaat. Je kind mag gefrustreerd raken, maar moet ook ruimte hebben om te leren zichzelf te kalmeren. Waar en hoe kan je je kind die ruimte geven, zonder dat je als ouder er meteen instapt of toegeeft om van de herrie af te zijn?
Door zelf te demonstreren hoe jij omgaat met deze situatie leer je ook je kind iets. Als jij goed kunt luisteren dan heeft je kind meer ruimte om zich te uiten, ook als je kind moeilijk de juiste woorden weet te vinden. Leer zelf hoe je geweldloos en actief kunt luisteren, omdat je ook daarmee je kind kan helpen om betere woorden te ontwikkelen.
Als je kind kan leren hoe het om kan gaan met gevoelens en hoe je kind kan onderhandelen dan help hem hem of haar. Maar je kind moet ook leren dat je niet altijd kunt winnen en krijgen wat je wilt.
Niet iedereen raakt onder de indruk als iemand herrie maakt. Niet iedereen geeft toe. Er zijn zelfs situaties die niemand in de hand heeft. Hoe zal je kind daarmee kunnen omgaan? Kan je ook daar met je kind over praten?
Je leert je kind dat het soms beter is om je verlies te nemen, om anderen ook iets te gunnen, of je neer te leggen bij wat onvermijdelijk is. Je kind mag voor zichzelf opkomen, moet dat zelfs, maar je wil dat doen waar het belangrijk is en nuttig.
Je kind moet ook leren dat niet alles in de hele wereld niet om hem of haar draait. Blijf in gesprek met je kind en geef zelf het goede voorbeeld. Help het om woorden te vinden om zich te uiten. En blijf ook zelf rustig en geduldig, want het explosieve gedrag van een dwingeland zal ook jou uitdagen.
Boos over verlies
Op een gegeven moment kan je er niet onderuit: ook jou kind krijgt te maken met verlies en overlijden. Je kunt je kinderen niet beschermen tegen rouw, verlies en pijn, hoe graag je ook zou willen. Niemand wordt daarvan gespaard.
Ook grote veranderingen, zoals scheiding of verhuizen, zijn momenten waarop het kind een verlies mag verwerken en kunnen gevoelens van boosheid, frustratie en verdriet geven. Je kind dan dat naar buiten uitleven of inslikken, maar het moet er iets mee. Net als jij.
Kinderen kunnen na zo’n gebeurtenis boosheid voelen en verdriet, maar kunnen dat misschien nog niet onder woorden brengen, helemaal als ze nog jong zijn. Ze uiten het gevoel dan misschien in buikpijn, boos gedrag, slecht slapen en concentratiestoornissen. Een signaal voor ouders dat het kind ergens mee zit en hulp nodig heeft.
Je zou de overleden dierbare graag terug willen halen, maar dat is natuurlijk niet mogelijk. Je hebt misschien zelf ook allerlei gevoelens, op dat moment, over het overlijden en over de reactie van je kind.
Hopelijk ben jij in staat om het voor jezelf al beter te dragen en gezond te verwerken, maar je kind is misschien nog niet zover en zit ermee.
Als ouder kun je jouw kind helpen om te leren hoe het met die gevoelens om kan gaan. Je kan naar je kind luisteren, hem of haar troosten, aandacht geven, of wat ruimte geven om deze eigen ervaringen, op eigen wijze, te verwerken.
Misschien verzacht het het gevoel als je aan je kind vertelt dat het ook voor jou verdrietig is dat degene is overleden en dat het oké is om ook verdrietig te zijn en de overledene te missen. Dan kan je samen in dat gevoel zijn en is er ruimte om daar steun te vinden. Zo doen wij mensen dat!
Hoe hard raakte het verlies jouzelf?
Maar dat veronderstelt dat je zelf overeind bent gebleven in het verlies. Dat is misschien niet altijd het geval. Misschien betreft het je eigen ouders of een broertje of zusje en raakt het je zo hard dat je zelf even in de knoop zit en niet meer zo aanwezig bent.
Als dat zo is, dan heeft je kind misschien iemand anders nodig bij wie het terecht kan, of heb jij iemand anders nodig. Hopelijk is die er, maar anders is het een goed moment om een hulpvraag te stellen. Als ouder heb je ook die verantwoordelijkheid. Jij bent de grote in dit verhaal. Je kind rekent op jou.
Kom je er nog niet helemaal uit?
Het kan fijn zijn om een coach mee te laten kijken. Situaties van verlies en rouw en grote veranderingen zijn voor weinig mensen gemakkelijk om te verwerken. Je kind heeft er nog weinig ervaring mee en heeft ook minder mogelijkheden als jijzelf.
Gelukkig heeft je kind een ouder als jij en misschien heeft het nog grootouders en andere familie waarop het kan terugvallen voor steun en goede raad.
Wanneer je dat vraagt, krijg jij steun van mij om jezelf en/of je kind te helpen. Zo is de cirkel altijd weer rond en is er iemand die kan helpen wanneer dat fijner is, of wanneer je misschien zelf even niet veel te geven hebt en de vraag te groot is.
Weet dat ik klaar voor je sta!
Kan je wat hulp gebruiken?
Als kindercoach help ik je graag met vragen rondom kinderen, ouderschap, of gewoon iets voor jezelf. Probeer het maar. Je zult merken dat het werkt.
Geef een antwoord